Krijg jij die vraag ook wel eens naar je hoofd geslingerd als Fikkie aan de lijn trekt of ander ongewenst gedrag vertoont? In dit artikel vertel ik je alles wat je moet weten over dominantie bij honden.
Oké, om te beginnen is het handig om te weten waar de dominantietheorie vandaan komt. Want dit is niet zomaar uit de lucht komen vallen. In de jaren 70 heeft etholoog D. Mech een onderzoek opgezet naar het gedrag van wolven. De bevindingen van dit onderzoek zijn later opgeschreven in het boek; The wolf: The ecology and behaviour of an endangered species. Waar de theorie in de basis op neerkomt is dat er in elke roedel een baas is, de “alpha”. En door middel van vechten en conflict zijn wolven continu bezig hoger op de sociale ladder te komen en zo dus de alpha te zijn in de roedel.
Later is er veel kritiek geweest op deze theorie en op hoe dat onderzoek is verricht. Allereerst door D. Mech zelf, nog voor de publicatie van het boek. Helaas was het bezwaar van de auteur zelf geen motivatie genoeg om de publicatie stop te zetten. En sindsdien is de dominantietheorie een eigen leven gaan leiden. Deze wordt anno 2022 (ruim 50 jaar later!) nog steeds gebruikt door menig eigenaar en ‘hondenkenner’ als verklaring voor bijvoorbeeld agressief gedrag of rijgedrag. Het ontkrachten van de dominantie theorie dus heel belangrijk om de hond beter te begrijpen.
Wat is een roedel?
Een roedel is niet zomaar een groep wolven bij elkaar. Een roedel is letterlijk een familie. Moederwolf, vader wolf en de puppies. De rolverdeling is bij de geboorte al bepaald omdat de puppies sterk afhankelijk zijn van de vader- en moeder wolf. Je zou kunnen zeggen dat de vader- en moeder wolf de alpha’s zijn binnen het gezin. De rol van de alpha’s is het garanderen van de veiligheid, voedsel en de opvoeding. Klinkt logisch, toch? En als je erover nadenkt is hogerop komen door middel van agressie niet gewenst. Conflict binnen een familie schaden de kans op het voortzetten van bloedlijn. Het continu in strijd zijn maakt je ook zwakker tegen vijandelijke invloeden van buitenaf.
De fouten in het onderzoek
Terug naar het onderzoek. De “roedel’ die meneer Mech heeft bestudeerd is kunstmatig samengesteld en hadden geen familiebanden. Deze wolven waren totale vreemden voor elkaar.
Het onderzoeksgebied waarin de wolven leefden was te klein voor onbekenden om te delen. Ze kwamen elkaar steeds tegen.
Ook waren de wolven afhankelijk van voer van de mens en omdat zij niet konden jagen misten zij dus zekerheid van voedsel. En het voedsel dat ze konden bemachtigen moesten ze dus ook beschermen zodat het niet gestolen werd.
Wat er gebeurde was dat de wolven, die vreemd waren voor elkaar, moesten vechten voor voedsel en leefgebied.Op basis van die conflicten is de dominantie theorie ontstaan.
De wolf en de hond
Omdat de hond in de basis afstamt van een wolf is het niet gek om denken dat ze in alles hetzelfde zijn. Dit is echter niet waar! Een hond en een wolf delen delen dan wel 98,8% DNA. Maar een mens en een bonobo aap delen 98,7% DNA. (Fun fact: de mens deelt ook ongeveer 60% DNA met een banaan en 80% met een muis.) Om te zeggen dat een wolf en een hond hetzelfde dier zijn is hetzelfde als zeggen dat een mens en een bonobo aap hetzelfde dier zijn. Nu weten we dat de wolf en de hond niet hetzelfde dier zijn. Sterker nog, het soort wolf waar onze hond oorspronkelijk vandaan komt is al lang uitgestorven. En er zijn nog tal van andere hondachtigen terug te vinden in de bloedlijn van onze honden. Denk bijvoorbeeld aan de jakhals. Het is dus goed om je hond te zien als een op zichzelf staand dier. Net als elk ander dier dat is.
Honden zijn wel, net als wolven, sociale dieren. Wat belangrijk is in een roedel zijn goede banden en respect voor eigendom, ook wel recourse te noemen. Een recource kan zijn eten, speelgoed of een slaapplek (en in ongewenste gevallen zelfs een verzorger). Iets wat voor wat voor reden dan ook belangrijk is voor de hond of wolf. Weet dat een wolf en een hond geen zakken, kasten of kluizen hebben om de resources veilig in op te bergen. Deze liggen altijd open en bloot. Hoe goed een hondachtige is in het bewaren van zijn recourses bepaald sterk de overlevingskansen. Dit is waarom het belangrijk is om niet zomaar je hand in de voerbak van je hond te stoppen of botjes af te pakken. Dit schaadt je band waardoor er geen vertrouwen is dat zijn recourses wel veilig zijn in jouw buurt. Hoe beter de band, hoe minder de hond zich zorgen hoeft te maken om zijn recourses. Vaak wordt nog het beschermen van voer gezien als dominantie. Terwijl dit meer te maken heeft met overleving. Het wordt ook wel resource holding potential genoemd. Hoe goed is de hond in het behouden van zijn recourses.
Het verdedigen van recourse is iets wat in het onderzoek naar wolven verkeerd geïnterpreteerd is als dominantie.
Conclusie
De dominantie theorie is verouderd en klopt niet. Het onderzoek achter de theorie is, mede toegegeven door de bedenker ervan, foutief.
Het verband die ooit ergens is gelegd tussen het gedrag van de wolf (onder druk) en onze huishond (met ongewenst gedrag) klopt niet mede omdat dit totaal andere diersoorten zijn.
Doordat op veel ongewenst gedrag het labeltje dominantie wordt geplakt word probleemgedrag en de oorzaak ervan vaak over het hoofd gezien. Zo zit achter veel agressief gedrag een medische oorzaak (pijn) of een heftige angst.
Om je hond beter te begrijpen is het verstandig om de dominantietheorie achter je te laten.
Hieronder een video waarin D. Mech zelf uitlegt dat deze theorie nooit heeft geklopt en hoe het nu daadwerkelijk zit.